In Oostenrijk is het sinds enige tijd niet toegestaan om in openbare ruimtes gezichtsbedekkende kleding te dragen, waaronder de boerka. De wet is onderdeel van een bredere regeling die ervoor moet zorgen dat iedereen herkenbaar en aanspreekbaar is in publieke omgevingen. Het idee hierachter is om communicatie en veiligheid te bevorderen. Wie zich hier niet aan houdt, riskeert een geldboete.
Onlangs dook er een video op waarin te zien is hoe dit beleid in de praktijk wordt gebracht. Op de beelden is te zien hoe een vrouw, gekleed in een zwarte boerka, samen met haar partner en kinderen over straat loopt. Ze worden aangesproken door twee politieagenten. Kort daarna wordt aan de vrouw uitgelegd dat deze kledingstijl op die locatie niet is toegestaan, waarna ze een boete krijgt. De agenten treden rustig en respectvol op, maar maken duidelijk dat de regels voor iedereen gelden.
De Oostenrijkse overheid stelt dat zichtbaarheid en openheid belangrijke waarden zijn binnen de samenleving. In situaties waar communicatie van groot belang is – zoals in het openbaar vervoer, op scholen of overheidslocaties – is het van belang dat mensen elkaar kunnen aankijken en begrijpen. Ook speelt het veiligheidsaspect een rol: wie herkenbaar is, draagt volgens de wet bij aan een transparante samenleving.
Oostenrijk is niet het enige land met dergelijke wetgeving. Frankrijk, België en ook Nederland hebben op bepaalde plekken regels ingevoerd waarbij gezichtsbedekking niet is toegestaan, zoals in overheidsgebouwen, ziekenhuizen of scholen. Het gaat hier dus niet om kledingvoorschriften thuis of in religieuze gebouwen, maar uitsluitend om publieke en openbare ruimtes.
Voorstanders van strengere regelgeving wijzen op het belang van sociale transparantie. Ze stellen dat in een open samenleving iedereen herkenbaar moet zijn, zeker op plekken waar mensen samenkomen. Daarnaast wordt gewezen op de wens om communicatie tussen burgers onderling makkelijker te maken.
Tegenstanders benadrukken juist het belang van individuele vrijheid. Zij vinden dat mensen zelf moeten kunnen kiezen wat zij dragen, zolang dit geen directe gevolgen heeft voor anderen. Volgens hen is het belangrijk dat Europa ruimte blijft bieden aan verschillen in cultuur en overtuiging, zolang dit binnen het wettelijk kader gebeurt.