Wie tegenwoordig een rondje door de supermarkt maakt, weet het al: de prijzen zijn niet meer wat ze geweest zijn. Waar je vroeger een paar euro kwijt was voor een tas vol verse groenten, moet je nu bijna een kleine investering doen om een gezonde salade in elkaar te draaien. De komkommer, ooit het symbool van simpel en betaalbaar eten, is daar misschien wel het beste voorbeeld van. De prijs is flink gestegen, en dat heeft alles te maken met inflatie, energieprijzen en de manier waarop onze voedselketen werkt.
De inflatie van de afgelopen jaren heeft niet alleen de huizenmarkt en benzineprijzen geraakt, maar ook onze dagelijkse boodschappen. Producenten, transportbedrijven en winkels hebben allemaal te maken met hogere kosten. De prijs van energie is bijvoorbeeld een enorme factor. Kassen waar komkommers groeien, draaien op warmte en licht. En als de gasprijs stijgt, stijgt automatisch ook de kostprijs van een komkommer.
Volgens recente cijfers van landbouworganisaties zijn de productiekosten voor telers met meer dan 25% toegenomen. Dat verschil wordt natuurlijk doorgerekend aan de consument. En daar sta je dan, in de supermarkt, met een komkommer van bijna twee euro in je hand.
De komkommer is een opvallend slachtoffer van de stijgende prijzen. Niet alleen omdat het een veelgekocht product is, maar ook omdat het een product is dat sterk afhankelijk is van gecontroleerde teeltomstandigheden. Komkommers groeien het best in een stabiel, warm klimaat – iets wat in Nederland meestal in kassen wordt gerealiseerd. Zodra de energiekosten oplopen, stijgt de prijs per stuk razendsnel.