We staan er niet vaak bij stil, maar een vliegvakantie is allesbehalve zuinig. Neem nou de Boeing 747-300, een vliegtuig dat al wat ouder is, maar nog steeds af en toe wordt ingezet. Dit toestel verbruikt tijdens het taxiën – dus nog voordat het überhaupt van de grond komt – al zo’n 69 liter kerosine per minuut. Dat is bijna een halve badkuip vol brandstof, elke zestig seconden, terwijl je zelf nog gewoon met je riem om op de startbaan zit te wachten.
En dan moet het zwaarste deel nog beginnen: het opstijgen. Tijdens dat moment, waarin duizenden kilo’s staal, bagage en mensen de lucht in worden geslingerd, gaat het brandstofverbruik ineens naar ongekende hoogtes. Twaalf liter per seconde – dat is alsof je elke vijf seconden een volle jerrycan leeggooit, alleen maar om van de grond te komen.
Eenmaal in de lucht stabiliseert het verbruik wat, maar ook dan is het allesbehalve zuinig. Op kruishoogte, ergens rond de 10 kilometer hoogte, verbrandt een Boeing 747 gemiddeld 13.750 liter kerosine per uur. Je leest het goed: per uur. Dat betekent dat één vlucht van Amsterdam naar Spanje al makkelijk boven de 50.000 liter brandstof kan kosten – alleen maar om toeristen naar hun all-inclusive resort te brengen. En waarvoor? Voor een zonnebad aan een druk zwembad, waar het echte vakantiestrijdveld pas begint.
Zodra de koffers in de hotelkamer zijn gedropt, begint voor veel vakantiegangers de échte missie: een ligbedje veroveren. Het klinkt als iets uit een slechte comedy, maar wie ooit in een all-inclusive resort is geweest, weet dat dit bloedserieus is. Elke ochtend, klokslag 08.00 uur, staan hordes vakantiegangers klaar met handdoeken, zonnehoedjes en koeltasjes. Niet om direct te gaan liggen, nee – maar om te reserveren.
Het fenomeen is inmiddels berucht: handdoek op het ligbedje, slippers ernaast, en dan linea recta terug naar de ontbijtbuffet of zelfs weer naar bed. Missie geslaagd. Ligbedje geclaimd. De rest zoekt het maar uit.
En dan zijn er natuurlijk altijd mensen die daar lak aan hebben. Die denken: “Als jij niet op dat ligbed ligt, dan is het vrij spel.” En eerlijk is eerlijk: zo gek is dat ook niet. In de openbare ruimte is een handdoek geen eigendomsbewijs. Het zou niet moeten tellen als reservering, toch?
Een handdoek is geen eigendom
In een inmiddels viral video op sociale media is precies dit aan de hand. Een vrouw had een ligbedje “geclaimd” met haar handdoek. Maar een andere dame vond dat onzin, zag dat het bedje vrij was, en ging er gewoon op liggen. Met handdoek en al. Even later kwam de eerste vrouw terug en de confrontatie die volgde was alles behalve hartelijk. Boze blikken, verhitte woorden, en veel omstanders die zich ermee gingen bemoeien.
De meeste mensen kiezen partij voor de vrouw die het bedje gewoon gebruikte. En daar zit wat in. Want laten we eerlijk zijn: een handdoek is geen reserveringssysteem. Dat sommige hotels inmiddels personeel inzetten om ieder uur onbezette bedjes te ontruimen, is een goed begin. Maar dat gebeurt nog lang niet overal. In veel resorts is het nog steeds de survival of the fittest.
Wat het allemaal nog ironischer maakt, is dat mensen dus duizenden liters kerosine verbranden – met alle milieu-impact van dien – om vervolgens elke ochtend stress te ervaren over een plekje in de zon. Je zou denken dat vakantie bedoeld is om te ontspannen, maar voor veel toeristen lijkt het eerder een sportcompetitie. Wie het snelst bij het zwembad is, wint. De rest heeft pech en moet zich tevredenstellen met een stoeltje in de schaduw, of erger nog: op het gras.
De vraag is: waar zijn we in hemelsnaam mee bezig? We maken ons zorgen over CO2-uitstoot, stijgende temperaturen en klimaatdoelen, maar tegelijk doen we er alles aan om onze plek aan het zwembad veilig te stellen. En als iemand die plek durft te betwisten, is het huis te klein. Er is een soort territoriumdrift ontstaan die weinig meer met ontspanning te maken heeft.
Misschien is het tijd om eens kritisch te kijken naar hoe we vakantie vieren. Moeten we echt naar een ander land vliegen – met duizenden liters brandstofverbruik – om vervolgens in een felle discussie te belanden over een strandstoel? Zou het niet zinvoller zijn om te investeren in vakanties die daadwerkelijk rust brengen, zonder dagelijkse stress over bedjes, buffetten of buren?
Of misschien moeten we gewoon stoppen met het reserveren van ligbedden alsof het parkeerplaatsen zijn. Laat wie het eerst komt, het eerst liggen. En als je het bedje een uur onbeheerd laat, dan gaat-ie naar de volgende.