De beelden zijn confronterend. Een oudere man zit nietsvermoedend te slapen in de tram. Hij lijkt moe, zijn hoofd naar beneden gezakt, rustig weggezakt in een moment van stilte in een drukke stad. Maar plots verandert alles. Een jongeman loopt langs, stopt even, kijkt de slapende man aan – en slaat hem ineens twee keer vol in het gezicht. Zonder enige aanleiding. Zonder waarschuwing. En vooral: zonder reden.
Deze brute aanval werd gefilmd door een andere passagier, die de beelden online zette. Wat er daarna gebeurde, is inmiddels een bekend patroon op het internet: totale verontwaardiging. Boze reacties, roep om gerechtigheid en – zoals tegenwoordig vaak het geval is – een digitale klopjacht op de dader.
De video ging razendsnel viraal. Binnen een paar uur werd hij gedeeld op grote platforms zoals X (voorheen Twitter), Facebook en TikTok. Duizenden mensen reageerden geschokt. Sommigen betuigden medeleven met het slachtoffer, terwijl anderen vooral woedend waren op de dader. Wat vooral opvalt, is dat het gesprek snel escaleerde.
De dader was, zoals in de omschrijving werd benoemd, een jonge man met een donkere huidskleur. En daar ging het mis. Want waar het debat zou moeten gaan over geweld in het openbaar vervoer, ontspoorde het gesprek al snel in een giftige discussie over afkomst, afkomst en afkomst.
Boosheid richt zich op verkeerde persoon
Wat bijzonder wrang is: niet alleen richtte de woede zich op de dader, maar tot overmaat van ramp ook op het slachtoffer. In de verwarring van het internet, waar iedereen een mening mag uitspuwen, gingen sommige mensen zó ver in hun ‘analyse’ van het filmpje dat ze de oudere man zelfs betichtten van provocatie – terwijl hij sliep. Anderen beweerden zelfs dat de video in scène gezet was.
Er is iets geks gaande in onze samenleving. Iets wat je pas merkt als je een tijdje afstand neemt van sociale media en daarna ineens weer inlogt. Alles wordt politiek gemaakt. Alles wordt raciaal. Alles wordt gepolariseerd. Zelfs een eenvoudige, hartverscheurende video van een weerloze man die vanuit het niets wordt aangevallen.
En hoewel de woede begrijpelijk is – niemand wil dat dit soort geweld normaal wordt – slaat het internet vaak de plank mis. Roepen om ‘eigen rechter spelen’, of pleiten voor collectieve bestraffing van een hele bevolkingsgroep, helpt niemand. Wat we nodig hebben is rechtvaardigheid, geen digitale lynchpartijen.
Waarom grijpt niemand in?
Een vraag die veel mensen stellen is: waarom greep niemand in? Waarom zat iedereen erbij, keek ernaar, en deed niks? Het is een terechte vraag. We leven in een tijd waarin mensen sneller hun telefoon pakken dan hun geweten. Vechten voor een goede video is tegenwoordig belangrijker dan opstaan voor een ander mens.
De tram zat vol. De dader liep rustig weg. Niemand zei wat. Dat is misschien nog wel het meest pijnlijke van deze hele situatie. Niet alleen het geweld, maar ook de gelatenheid eromheen.
Er is een soort verlamming in onze samenleving geslopen. Mensen zijn bang om iets te doen. Bang om betrokken te raken. Bang voor represailles. Bang om zelf gefilmd te worden, of erger: om online besmeurd te worden als ‘de bemoeial’. En dus blijft iedereen zitten.
De roep om hard optreden
De politie heeft inmiddels verklaard dat de zaak in onderzoek is en roept getuigen op zich te melden. Ook vraagt men expliciet om de beelden niet verder te verspreiden, omwille van privacy en de lopende opsporing. Maar dat verzoek lijkt voor veel mensen te laat te komen: het internet oordeelt sneller dan de rechtsstaat.
Toch is het belangrijk om juist nu het hoofd koel te houden. Wat hier gebeurd is, is verwerpelijk. Punt. Maar de manier waarop we ermee omgaan, bepaalt of we als samenleving sterker of zwakker uit zo’n incident komen.
Het geweld in het openbaar vervoer moet keihard worden aangepakt. Maar we mogen nooit vervallen in generalisaties of haatcampagnes. De dader moet worden opgespoord, vervolgd en bestraft – volgens de wet. En dat is precies waar we op moeten vertrouwen: een rechtsstaat die bescherming biedt aan wie weerloos is, en die rechtvaardigheid biedt zonder vooroordelen.
We moeten weer durven opstaan. Letterlijk. Als we iets zien dat niet door de beugel kan, moeten we ingrijpen. We moeten onze kinderen leren dat geweld nooit normaal is. En dat zwijgen soms erger is dan falen.
Want als we blijven toekijken terwijl dit soort dingen gebeuren, dan worden we allemaal medeplichtig.