Niets is frustrerender dan het zien van mensen die bewust andermans eigendommen vernielen – en dat allemaal voor een flauwe grap of wat online aandacht. Het gebeurt steeds vaker: jongeren die fietsen omtrappen, spiegels van auto’s afbreken of tuinmeubilair vernielen. Ze filmen het, lachen erom, en plaatsen het op sociale media alsof het een prestatie is. Voor de slachtoffers is het echter allesbehalve grappig. Niet alleen is het zonde van het geld, het is ook een inbreuk op je gevoel van veiligheid en respect.
Wat zulke daden extra wrang maakt, is dat er zelden echte consequenties aan verbonden zijn. Ja, mensen doen aangifte, en ja, soms zijn de daders te identificeren op camerabeelden. Maar hoe vaak gebeurt het dat de politie daadwerkelijk in actie komt? Veel te weinig. De capaciteit ontbreekt, het bewijs wordt als onvoldoende beoordeeld of er wordt simpelweg geen prioriteit aan gegeven. En dus loopt de dader na een paar weken gewoon weer vrolijk over straat. Ondertussen zit de eigenaar met de schade – letterlijk én figuurlijk.
In een recent incident besloot een automobilist dat het genoeg was. Hij zag een jonge gast een fiets vernielen en daarna nonchalant weglopen, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. De man aarzelde geen moment en besloot de dader achterna te gaan. Geen zinloze woede, maar een duidelijke boodschap: als de autoriteiten niet ingrijpen, dan moet iemand anders wel verantwoordelijkheid nemen. De achtervolging leidde door meerdere straten, en de dader leek in eerste instantie niet onder de indruk. Maar de automobilist gaf niet op.
Uiteindelijk wist hij de jongen te confronteren. Geen gewelddadige taferelen, geen eigen rechter spelen, maar wel een indringend gesprek. De man maakte het duidelijk: dit soort gedrag wordt niet langer getolereerd. De jongen schrok zichtbaar, waarschijnlijk voor het eerst geconfronteerd met de directe gevolgen van zijn gedrag. Omstanders kwamen erbij, sommigen namen het gesprek op, anderen prezen de automobilist. Het was een zeldzaam moment van burgerlijke moed, iets wat we tegenwoordig nog maar weinig zien.
Deze actie roept de vraag op: moeten meer mensen het heft in eigen handen nemen als instanties tekortschieten? Natuurlijk is het niet de bedoeling dat we massaal als amateur-detectives door de stad gaan rijden. Maar de werkelijkheid is dat een gebrek aan handhaving leidt tot frustratie, en die frustratie groeit met de dag. Mensen willen hun buurt leefbaar houden. Ze willen dat hun kinderen veilig buiten kunnen spelen zonder bang te zijn voor vandalisme of overlast. Als dat niet meer vanzelfsprekend is, zoeken ze naar andere manieren om die veiligheid te waarborgen.
Toch is het belangrijk om hierin een balans te vinden. Zelf optreden is een laatste redmiddel, geen eerste reactie. Het is geen pleidooi voor wraak, maar een oproep tot verantwoordelijkheid. Wie schade aanricht, moet die schade voelen – financieel of sociaal. En als dat via officiële kanalen niet lukt, dan is het begrijpelijk dat mensen zelf hun grenzen aangeven. Dat is geen agressie, dat is zelfbehoud.
Wat deze automobilist deed, verdient geen afkeuring maar juist waardering. Hij bleef kalm, handelde doordacht en gaf de jongere een kans om zijn gedrag te heroverwegen. Zulke momenten kunnen impact hebben. Niet alleen op de dader, maar ook op de omstanders. Ze laten zien dat we als samenleving niet machteloos zijn. Dat respect nog steeds kan bestaan, mits iemand het voortouw durft te nemen.