De laatste reis is altijd een diepgaand en emotioneel moment, ongeacht de sociale achtergrond of het statuut van de aanwezigen. Of het nu gaat om mensen van groot aanzien, met een dikke portemonnee en een keurige jas, of om mensen voor wie elke cent telt en die in een comfortabel joggingpak of een stoer bomberjack komen opdraven: de stilte en het verdriet zijn overal hetzelfde.
Toch moeten we eerlijk toegeven dat je van sommige genodigden niet al te veel ceremonieel besef kunt verwachten. Die ene oom die altijd te laat komt, die goede vriend die nooit om een nette outfit geeft, of de buurman die alleen verschijnt als er gratis koffie en cake zijn. Hen opdagen bij een begrafenis in een veel te loszittend jasje is al vervelend genoeg, maar hen vervolgens de kist laten dragen naar de uitgang? Dat is dan echt vragen om problemen.
Stel je voor: de zware kist wordt plechtig naar voren gedragen, de genodigden staan in een scherpe rij langs het pad, en juist op dat moment glijdt één van de dragers uit zijn joggingbroek. De riem schiet los, de benen worden slap, en plotseling dreigt de kist te kantelen. Je kunt je afvragen: wat gebeurt er als een kist niet goed dicht zit of niet goed wordt vastgehouden? Spoiler: de wetten van de zwaartekracht laten zich niet om de tuin leiden.
En dat is precies wat hier gaat gebeuren. Terwijl de dragers strijd leveren om de kist in bedwang te houden, draait de camera of eigenlijk, het mobieltje van die ene toeschouwer zich snel weg. Je hoort gedempte kreten, voeten schuiven over het grind, en daarna een korte stilte. Maar voor je het weet richt de filmer het toestel weer op de scène. Het beeld wankelt, er klinkt nerveus gelach en geroezemoes, en net op dat moment maakt de kist een onverwachte beweging.
Het is een ontluisterend schouwspel: een halfopen deksel, een verschrikt gezicht dat kort verschijnt en weer verdwijnt, en een onvermijdelijke val. De camera schudt nog eens heen en weer, misschien in een reflex om het ongemakkelijke moment te verhullen, maar al snel zie je weer wat er gebeurt. Een paar stoelen schuiven opzij, een hand graait naar een armleuning, en vervolgens hoor je een doffe klap.
Wat rest, is de vraag: hoe ga je hierna verder? Hoe herstelt de plechtigheid zich nadat de ceremonie letterlijk en figuurlijke een béétje uit de handen is gegleden? De uitvaartleider zal ongetwijfeld kordaat optreden, mensen aansporen om ruimte te maken en de kist weer netjes in positie te krijgen. Misschien worden er grapjes gemaakt om de spanning iets te breken, of juist moment van stilte ingelast om de ernst van het moment te onderstrepen.
Uiteindelijk blijkt dat zelfs in de meest geordende rituelen – die we met lood in onze schoenen en tranen in de ogen bijwonen – de menselijke maat en onvermijdelijke onhandigheid altijd een rol spelen. En als toeschouwer, of zelfs als deelnemer, rest ons dan niets anders dan te bedenken: hoe schilder je het leven en de dood, wanneer zelfs de laatste reis je soms nog kan verrassen?